Siciliaanse mandarijnen voor München

Cover Terra di Sicilia, door Mario Giordano

Een Duitse schrijver in een blog dat vooral over Italië gaat? Zeker, bij wijze van uitzondering. Omdat Mario Giordano zo’n prachtige roman heeft geschreven die Sicilië (en dan vooral Taormina en Catania en omgeving) verbindt met München. Hij pendelt met kisten vol mandarijnen tussen het Sicilië van eind negentiende/ begin twintigste eeuw en München tot in de jaren zestig. Dat gebeurt aan de hand van het deels geromantiseerde levensverhaal van Barnaba Carbonaro, de overgrootvader van de auteur. Het is een epos over bittere armoede en ambitie, over doorzettingsvermogen en pech, over euforie en wanhoop, over golfbewegingen in het leven. Geschreven met veel liefde en veel gevoel voor detail.

Wie is de schrijver?

Mario Giordano (1963) is een Duits-Italiaanse schrijver: Duitse moeder, Italiaanse vader, nog veel familie van vaderskant op Sicilië. Hij is geboren in München en woont nu in Keulen. Giordano heeft veel succes gehad met zijn boeken over ‘Tante Poldi’. Dat is een eigenzinnige dame die na haar zestigste van München naar Sicilië verhuist, tegen allerlei mysterieuze zaken aanloopt en bij haar pogingen die op te lossen, ook nog kennis maakt met een charmante rechercheur. Die boeken vormen vermakelijk en luchtig leesvoer, waaraan je goed kunt merken dat Giordano ook scenarioschrijver is – voor andere de Duitse tv-krimi Tatort. Hij werkt ook bij de uitgeverij Bastei Lübbe in een managerrol, als ‘hoofd content-ontwikkeling’. Terra di Sicilia is een heel ander boek, veel ambitieuzer ook.

Waar gaat Terra di Sicilia over?

Barnaba Carbonaro is de zoon van een priester die niet zonder vrouwen kon  en een waarzegster. Zijn vader is kleermaker geworden en komt om bij een aardbeving, en zo komt Barnaba als jongetje al te werken in de citrusboomgaarden. Lezen heeft hij nooit geleerd, maar rekenen kan hij als de beste. Zijn moeder wil dat hij ook leert naaien en ,,onzichtbaar wordt’’. Maar Barnaba wil meer. Hij raakt bevriend met een jonge prins, komt in aanraking met de Duitse Baron von Gloeden die graag naakte jongens met een bloemenkrans fotografeert (een historische figuur in Taormina), kan zijn talent voor getallen benutten. Als hij naar München moet voor een klusje, wordt het geld dat hij moet meesmokkelen aanvankelijk in beslag genomen, maar na controle krijgt hij alles terug. Dat de Duitse politie niet corrupt is, doet hem in liefde voor Duitsland ontsteken. Hij gaat mandarijnen invoeren en onderscheidt zich van zijn concurrenten in München door een geniale inval: hij wikkelt zijn mandarijnen in een zacht papiertje dat is bedrukt met romantische Siciliaanse taferelen. Dat is het begin van een fortuin – dat hij ook weer grotendeels kwijtraakt.

Giordano vertelt het verhaal in grofweg twee brokken: een stuk geschiedenis van zijn jonge jaren, en zijn laatste jaren als Barnaba weer naar München is gereisd. Hij wil nog een keer de rol van patriarch spelen, maar de meeste mensen die hem kenden van vroeger, zijn er niet meer. De decennia ertussen komen ook voorbij, maar veel  korter beschreven.

Enkele citaten

De honger en de schaamte over de eigen armoede vreten aan de waardigheid van de mensen zoals de adelaar aan de lever van Prometheus. De mannen sterven aan malaria, tyfus of gewoon aan ontstoken snijwonden, de vrouwen aan wormen, de kinderen aan ondervoeding. De moeders smeren soms tomatensaus op de lippen van hun kinderen en schilderen voor hen hele feestbanketten, alleen maar om hen stil te houden.

Pancrazia dreigt hem met haar vinger. ‘Je zult mij nooit alleen laten. Ik ben je moeder. Jij bent een deel van mij. Ik hou van je. Je zult doen wat ik zeg.’ Hij is de zoon van een Siciliaanse moeder, wat kan hij doen? […] Hij is zestien en zoals alle zonen van Siciliaanse moeders zit hij verstrikt in een knoop van inlijving en verwennerij.

De Duitsers, denkt Barnaba, vereren de jeugd en de vooruitgang. Dat bevalt hem. In zijn eigen wereld is het precies andersom. In zijn wereld vereert men de wijsheid van de ouderdom en keurt men vooruitgang af. ‘ Rispetta lu vecchiu unni lu trovi ’, zeggen de mensen, respecteer de ouderdom waar je die maar tegenkomt. Wie oud is, heeft altijd gelijk, dus het heeft geen zin om te proberen iets beters te bedenken. Want de mensen zeggen: ‘ Cu lassa a vecchia ppà nova peggiu s’attrova ’, wie het oude voor het nieuwe verlaat, die zal het slecht vergaan. Het is een wereld waarin je niets opschiet met ambitie.

Voor mijn overgrootvader staan geld en rijkdom nog altijd gelijk aan roba , bezit, aan elegante meubelen en pakken, aan ijsgekoelde dranken en nietsdoen. Hij is te zeer een Siciliaan, het eeuwenoude standendenken zit te diep. Een archaïsche wereld, onoverkomelijk verdeeld in adel en boeren, enkel verbonden door fatalisme en het instituut van de familie als allerhoogste waarde. De familie is alles, zonder familie ben je niets. […] Als Siciliaans patriarch aan het begin van de twintigste eeuw hoeft hij zijn liefde echter niet te bewijzen door middel van dagelijkse uitingen van emotionele affectie. Het volstaat dat een patriarch zijn familie goed verzorgt en dat doet hij.

Wat vind ik ervan?

Ik heb zelden een boek gelezen waardoor ik meteen zin kreeg om mandarijntjes te gaan eten. Je wilt de soorten waar Barnaba mee bezig is, meteen naast elkaar proeven, de avana, de king, de cleopatra. Zo beeldend schrijft Giordano. Terra di Sicilia staat vol zintuiglijke beschrijvingen over het ,,klein geluk’’ van citroenen, perziken, abrikozen, druiven, kersen, bloemkolen, amandelen, gedroogd fruit en olijven.

Bij sommige schrijvers gaat zoiets fout en wordt het vooral effectbejag. Giordano stijgt daar bovenuit. Hij kijkt heel precies, en niet alleen naar citrusvruchten. Zijn roman staat vol details die je bijblijven. De aarde op de citrusplantages. Het decadente leventje van de buitenlanders die bij baron Von Gloeden op bezoek komen. Het keiharde leven als je arm was. Het is verleidelijk om te blijven citeren. Giordano heeft scherp gekeken, veel research gedaan en met veel mensen gesproken, en weet met een paar goede zinnen een hele wereld te beschrijven. Nog één citaat dan, over de geldproblemen waarin de adellijke Siciliaanse familie is geraakt met wie Barnaba bevriend is geraakt.

‘Wij zijn vorsten, geen handelaars. Als wij bankroet zijn, verkoopt papà een stuk land of een huis op het land en dan gaat het weer. Zo zullen we doorgaan tot er ooit niets meer over is. Dat is ons lot.’

Historische en sociale achtergrond zijn meesterlijk verweven met het levensverhaal van iemand die veel grote stormen van de twintigste eeuw heeft meegemaakt en ook in zijn eigen leven veel zwaar weer heeft gehad. Hier en daar verliest het verhaal wat aan tempo, maar de rest maakt dat meer dan goed. Het boek is een schatkist van geuren, kleuren en smaken, soepel vermengd met analyse en commentaar. Bijzonder daarbij is dat Barnaba niet direct een soort held is met wie je je identificeert. Hij heeft ook een aantal onaangename trekjes. Een echte mens dus.  

Over dit boek

Mario Giordano – Terra di Sicilia: de terugkeer van de patriarch
Isbn 9789056727239, 488 pagina’s
Oorspronkelijke titel: Terra di Sicilia: die Rückkehr des Patriarchen
Vertaald door Olga Groenewoud
Uitgegeven door Signatuur
Prijs 26,66 (e-book 14,99)

Ik besteed op dit blog regelmatig aandacht aan wat er verschijnt in Nederland aan vertaalde Italiaanse boeken en boeken over Italië. Eerdere recensies gingen over Gianfranco Calligarich – In de omhelzing van de rivier; Simonetta Agnello Hornby – Bittere koffie; Giovanna Giordano – De geur van de vrijheid; Elena Ferrante – In de marge; Mauro Corona – Als een steen in de stroom; Simona Lo Iacono – De albatros; Nicola Lagioia – Stad van de levenden; Paolo Cognetti – Het geluk van de wolf; Fik Meijer – De vele gezichten van Sicilië; Ilaria Tuti – Bloemen van steen; en Raffaella Romagnolo – Antonio’s oog. Zijn er andere thema’s waarover je hier graag zou lezen? Neem contact op

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *