Giuseppe Tomasi di Lampedusa heeft maar één boek geschreven, aan het eind van zijn leven, maar dat is wereldberoemd geworden. Il Gattopardo. De Tijgerkat. Hij schrijft over zijn overgrootvader, een Siciliaanse prins die ten tijde van de Italiaanse eenwording, midden negentiende eeuw, de wereld ziet veranderen. Nu heeft een andere Siciliaanse schrijver, Simona Lo Iacono, een roman geschreven over het leven van Giuseppe. Over zijn kinderjaren en over zijn laatste levensjaren, als hij tevergeefs vecht tegen longkanker en teleurgesteld ziet hoe twee grote Italiaanse uitgevers niets zien in zijn roman.
Wie is de schrijver?

Simona lo Iacono (voor alle duidelijkheid: in kleine letters is haar achternaam lo iacono) is een magistraat in de Siciliaanse stad Catania, aan de voet van Etna. Al jaren schrijft ze in haar vrije tijd romans, met veel succes. Veel daarvan spelen in Sicilië, vaak tegen een historische achtergrond. Maar ook bestsellers in Italië als Le streghe di Lenzavacche (De heksen van Lenzavacche, uit 2016) en Il morso (De beet, uit 2017) zijn niet in het Nederlands vertaald. Een snelle zoektocht via Amazon levert overigens ook geen vertalingen daarvan in het Frans, Duits, Engels of Spaans op.
De albatros is haar eerste boek dat internationaal in de markt is gezet. Waarschijnlijk heeft dat ook met de hoofdfiguur van haar roman te maken. Il gattopardo wordt beschouwd als een van de hoogtepunten van de Italiaanse literatuur. Wereldwijd zijn er meer dan vier miljoen exemplaren van verkocht, en in 1963 maakte regisseur Luigi Visconti er een beroemde verfilming van. Een flink aantal mensen is bij het boek of film terechtgekomen door een beroemde uitspraak uit het boek, een citaat dat soms (ten onrechte, volgens mij) wordt gezien als een motto dat nog steeds geldt voor Italië:
Se vogliamo che tutto rimanga come è, bisogna che tutto cambi.
(Als we willen dat alles blijft zoals het is, is het nodig dat alles verandert)
Waar gaat De albatros over?
Lo Iacono gebruikt om en om wisselende hoofdstukken om heden en verleden te mengen. Het heden in de roman, dat zijn de laatste maanden Giuseppe Tomasi di Lampedusa. Als hij in Rome wordt behandeld voor een tumor in zijn longen, blikt hij in een fictief dagboek terug hij op zijn leven. Het verleden, dat is de beschrijving door Lo Iacono van zijn kinderjaren, aan het begin van de twintigste eeuw.
De schrijver van Il Gattopardo, hertog van Palma di Montechiaro en prins van Lampedusa, werd in 1896 geboren in Palermo. Hij groeit als enige kind op (een zusje stierf vroeg) en reist met het gezin heen en weer tussen een palazzo in Palermo en het landgoed dat de familie heeft in Santa Margharita Belice. Lo Iacono is daarbij heel precies te werk gegaan. Ze heeft veel bronnen bestudeerd om grote gebeurtenissen en kleine details zo precies mogelijk in te passen in haar verhaal. Van het fonteintje op de eettafel dat kan worden aangezet tot de rondreizende toneelgroep, met een actrice van wie de jongen hoteldebotel wordt.
De ‘albatros’ van de titel is wel een verzinsel. Lo Iacono laat Tomasi di Lampedusa een imaginaire boezemvriend bedenken, Antonno. Die is altijd bij hem en maakt hem wegwijs in het leven. Het idee is ontleend aan het eerste couplet van een gedicht van de Franse schrijver Baudelaire. Die schrijft hoe albatrossen soms metgezel van zeelieden zijn als ze met hun schip mee vliegen – overigens past het vervolg van Baudelaires gedicht, waarin de ‘prinselijke’ albatros wordt gevangen en mishandeld onder ‘volks geschreeuw’, niet goed bij Lo Iacono’s boek.
Een paar citaten
Ik was geboren in een adellijke familie, ik had enkele privileges gehad, de titel en de naam van een voorouder. Maar wat zou er uiteindelijk van mij, van ons, overblijven? Ja, er zouden nog een keer oorlogen komen met vrede er tussen. Een paar misbruikte idealen – rechtvaardigheid, waarheid – zouden nog een keer het masker zijn waarachter sommige inhalige strooptochten zich konden verschansen. Enkele boeken zouden gespaard blijven. Enkele verzen. Enkele meubelen of enkele portretten. Maar de rest? Wie zou over onze weemoed vertellen? Wie zou uitleggen dat de redenen voor een bepaalde traagheid van ons, een bepaalde stilstand die op luiheid lijkt, bepaalde laffe en verraderlijke keuzes in een overdaad aan schoonheid verzonken lagen?
De olieverfschilderijen die de wanden domineerden hadden mij nooit iets anders geleken dan de schildwachten van mijn wereld. Stabiel. Onveranderlijk. Al eeuwenlang hingen ze daar en zagen ze toe op het tellen van de jaren. Ze zegenden de pasgeborenen en zalfden de stervenden. Die wirwar van begin en einde had me altijd getroost. Het was het bewijs dat we op Sicilië koppig en met veel pracht en praal de suprematie van de kringloop vierden. Het eeuwige. En in die rondgang van het begin tot het eind, altijd hetzelfde, had ik tot dan toe geen achteruitgang gezien, maar een ritueel, een herhaling.
Het verleden bleef de enige bewoonbare plek, het enige beloofde land.
Wat vind ik ervan
Lo Iacono schetst een boeiend, kleurrijk en liefdevol beeld van het leven van adellijke Sicilianen aan het begin van de twintigste eeuw. De sociale ongelijkheid die zo’n leven mogelijk maakte, komt nauwelijks aan de orde, maar dat stoort niet: dit is ook geen sociaal-economische historie. De kracht zit in de details, en die lees je met veel plezier. Als ze in de terugblikkende hoofdstukken Tomasi di Lampedusa laat vertellen wat hij als volwassene heeft meemaakt, gebruikt ze wat grovere strepen. Dat is jammer. Van sommige momenten uit zijn leven had ik best wat meer willen lezen, maar misschien zou de opzet daardoor onevenwichtig zijn geworden.
Mooi zijn ook de bespiegelingen over het Siciliaanse levensgevoel. Die geven een extra dimensie aan het verhaal – al zullen sommige Sicilianen waarschijnlijk zeggen dat de overpeinzingen over de traagheid van het leven en het andere begrip van ‘tijd’ niet meer van 2022 zijn.
De albatros biedt een pakkend beeld van de mens achter de schrijver van De Tijgerkat. Zijn jeugd, zijn worsteling met veranderende tijden. Zijn enorme teleurstelling ook als twee gerenommeerde uitgevers, Mondadori en Einaudi, het manuscript van De tijgerkat afwijzen.
Tomasi di Lampedusa overlijdt in juli 1957, een jaar nadat hij zijn roman heeft voltooid, verbitterd dat de kwaliteiten van zijn werk niet worden onderkend. Het is aan de schrijver Giorgio Bassani te danken dat het boek in 1958 alsnog wordt gepubliceerd – een jaar later krijgt Tomasi di Lampedusa postuum de prestigieuze Strega-prijs.
Over het boek
De albatros, 256 pagina’s, ISBN 9789028450448
Oorspronkelijke titel; l’albatro (2019)
Vertaald door Miriam Bunnik en Mara Schepers
Prijs 22,99
eerdere recensies
Ik besteed op dit blog regelmatig aandacht aan wat er verschijnt in Nederland aan vertaalde Italiaanse boeken en boeken over Italië. Eerdere recensies gingen over Nicola Lagioia – Stad van de levenden; Paolo Cognetti – Het geluk van de wolf; Fik Meijer – De vele gezichten van Sicilië; Ilaria Tuti – Bloemen van steen; en Raffaella Romagnolo – Antonio’s oog. Zijn er andere thema’s waarover je hier graag zou lezen? Neem contact op