De nieuwe roman van Paolo Cognetti is in Nederland een paar weken eerder uitgekomen dan in Italië, waar hij vanaf volgende week in de boekwinkel ligt. Net als in zijn mondiale bestseller De acht bergen gaat het verhaal over mensen die hoog in de bergen de rust zoeken om te ontsnappen aan een gejaagd bestaan. De beperkingen die het leven daar oplegt, geeft vrijheid, is de boodschap van Cognetti. Die brengen mensen terug tot de essentie.
Wie is de schrijver?
Paolo Cognetti (1978) studeerde wiskunde en filmscenario en begon zijn carrière als schrijver in 2003, met de publicatie van een aantal korte verhalen. Jongeren en New York waren in die eerste periode zijn belangrijkste thema’s. Hij wilde de wereld in. Maar na financiële en relatieproblemen besloot hij, een stadsjongen uit Milaan, in 2008 een hele zomer door te brengen in het dorpje waar ze vroeger altijd op vakantie gingen. Hij wilde in rust en eenzaamheid schrijven. Zijn eerste succes als schrijver kwam met een bundel verhalen uit 2012, Sofia si veste sempre di nero – vertaald als Sofia draagt altijd zwart. Die verhalen gingen nog vooral over de twijfels van een stadsmens, een jonge vrouw. Zijn echt doorbraak was in 2016, toen hij zijn liefde voor het hooggebergte had verwoord in zijn sterk autobiografische roman De acht bergen. Het werd een nationaal en internationaal succes, en stelde hem in staat het vakantiehuis te kopen dat hij en zijn ouders zo vaak hadden gehuurd. Hij is nu voltijds schrijver.
Waar gaat het Geluk van de Wolf over?
Het is het verhaal over de liefde tussen Fausto en Silvia, twee mensen die een nieuwe weg willen inslaan en daarvoor de rust van de bergen zoeken. Fausto is schrijver, maar wil na een verbroken relatie iets nieuws. Hij wordt kok in het bergdorpje Fontana Fredda, „genietend van het zout van de vrijheid en kauwend op het bitter van de eenzaamheid”. Silvia is een kunstenaar en gaat als serveerster werken in het restaurant ‘De tafel van Babette’ – een verwijzing naar een beroemd verhaal van Karen Blixen. Ieder op hun manier gaan ze om met de uitdagingen die het leven in de bergen biedt, zeker in de winter. Fausto geniet van de rust (en haat de paar weken dat er kan worden geskiëd), Silvia blijft toch steeds denken aan meer, hoger, anders. Een belangrijke bijrol is voor de gepensioneerde boswachter Santorso, geboren en getogen in de bergen, iemand die weinig geeft om het leven ‘daar beneden’.
Citaten
Fausto had vriendschap met haar gesloten omdat hij Karen Blixen had gelezen en de toespeling had begrepen: de Babette in het verhaal was een revolutionair die, nadat de Commune van Parijs was mislukt, naar een boerengehucht in Noorwegen was gegaan waar ze als kokkin ging werken. De Babette in Fontana Fredda serveerde geen schildpadsoep, maar had de neiging dolende zielen onder haar vleugels te nemen en te proberen praktische oplossingen te vinden voor existentiële problemen. Nadat ze de zijne had aangehoord vroeg ze: Kun je koken?
Toen ze langs Fausto liep, raakte ze even zijn hand aan, en Santorso had dat liever niet gezien. Hij hield niet van het doen en laten van mensen. Hij gaf de voorkeur aan dat van wolven, vossen en korhanen. […] De wolf liet zich leiden door een minder begrijpelijk instinct. Santorso had hem verteld dat het niet precies duidelijk was waarom die zich verplaatste, wat de oorzaak was van zijn ongedurigheid.
[De wolf] kwam in een dal, vond daar misschien wel een overvloed aan wild, en toch belette iets hem om er echt te blijven: op een gegeven moment liet hij al die lekkernijen voor wat ze waren en ging ergens anders op zoek naar het geluk. Altijd weer nieuwe bossen, altijd de volgende bergkam over, achter de geur van een vrouwtje aan, of het gehuil van een roedel, of iets onbestemds
Wat vind ik ervan
De authentieke stem van Cognetti is goed herkenbaar. Prachtige natuurbeschrijvingen waaruit vaak ontzag voor het hooggebergte spreekt – Cognetti zelf heeft op zijn blog gezegd dat het beschrijven van de imponerende natuur hem een adempauze geeft. Zo ontsnapt hij even uit de verwikkelingen tussen zijn romanpersonages en daarmee wordt die natuur ook een bron van nieuwe inspiratie. Fysieke inspanning als tegenwicht voor een bestaan waarin je alleen je hoofd gebruikt. De bergen als een plaats om vrij te zijn, om in eenzaamheid tot de essentie van dingen te komen. Die thema’s zaten ook in De acht bergen en komen hier even overtuigend terug – al zijn ze daardoor minder verrassend.
Maar de titel? Waar komt die vandaan? Wolven komen er nauwelijks voor in het verhaal, en de betekenis ervan wordt niet echt duidelijk. Op zoek naar wat Cognetti bedoelt kwam ik bij een blog van hem uit 2019 onder de kop Wolven en anarchie. Daarin schreef hij dat de terugkeer van wolven in de Alpen twee dingen leert over anarchie.
Als eerst, dat menselijke ontvolking een kans op vrijheid biedt voor een andere soort, zelfs voor alle andere soorten dan de onze, omdat zijn de dictators van de aarde zijn, de meest gewelddadige en woeste soort; als tweede, dat voor de vluchters en de clandestienen de bergen juist geen barrière zijn, maar een toevluchtsoord en een verbindingsweg.
Ik sta daar dubbel in, schreef Cognetti. Een wolf is een mooi symbool voor de wilde kracht van de natuur, maar tegelijkertijd heb ik gezien wat een wolf kan doen als hij dieren aanvalt – en weet ik dat mensen ook een prooi kunnen zijn.
Zijn nieuwe roman verwijst naar de terugkeer van wolven in dat deel van de Alpen, en naar het nieuwe bestaan dat ze daar opbouwen. Maar de ambiguïteit waarover hij het in zijn blog had, komt in het boek niet aan de orde, laat staan dat die wordt opgelost.
Details
Het geluk van de wolf, ISBN 9789403149011
Oorspronkelijke titel: La felicità del lupo
Vertaald door: Yond Boeke en Patty Krone
Prijs: 21,99