Vorige maand stelde Enrico Letta, de leider van de linkse verkiezingsalliantie, op een traditionele zomerbijeenkomst waar alle partijen komen, in Rimini, voor om de leerplicht aan te passen. Nu is kleuteronderwijs niet verplicht en eindigt de leerplicht als iemand zestien wordt, diploma of niet. Letta wil eerder beginnen en later eindigen. Goed idee, zou je denken. Allerlei studies wijzen uit dat kleuters gebaat zijn bij een school die begint als ze 3, 4 jaar oud zijn. Maar Letta werd uitgefloten. Waarom?
De krant La Repubblica zag een culturele oorzaak. Deze politieke dagen worden georganiseerd door een christen-democratische groep. En zegt een oude katholieke stelregel niet dat de school in de opvoeding nooit de plaats kan innemen van de ouders, maar alleen maar aanvullend mag zijn?
Leuk gevonden, maar vergezocht. Toen de scholen dicht waren in de Covid-spertijd klaagden ook de ouders van jonge kinderen steen en been dat ze niet wisten wat ze met hun kroost aan moesten. Want in de praktijk gaat al 89 procent van de kinderen tussen de drie en zes jaar naar een of andere vorm van kleuterschool. Het ging Letta juist om de rest. Zo’n 150.000 kleuters die nog niet naar school gaan – en daardoor met achterstand aan de lagere school beginnen. De meeste van die jonge niet-schoolgaande peuters wonen in het zuiden.
Waarschijnlijk werd Letta uitgefloten omdat hij voorstelde dat de staat geld moet uittrekken om dit probleem op te lossen en voor alle kleuters gratis onderwijs beschikbaar te stellen. Dat lijkt iets waar je het alleen maar mee eens kunt zijn. Maar iedereen die nu kleuteronderwijs verzorgt, katholiek of niet, zal zich hierdoor bedreigd voelen. Meteen al waren katholieke onderwijsdeskundigen te horen die vinden dat de overheid dan ook katholieke kleuterscholen moet subsidiëren. Het is een vast programmapunt op rechts: de staat moet meebetalen aan het particuliere onderwijs.
Leerplicht
Een ander voorstel van Letta: de leerplicht optrekken van zestien naar achttien jaar. Daar zijn meer partijen voor – maar niet bijvoorbeeld de Lega van Salvini. Die stelt dat wie wil gaan werken op zijn zestiende, dat moet kunnen gaan doen, diploma of niet.
(Even een herinnering hoe het in Nederland is: leerplicht van 5 tot 16 jaar, maar als je op de 16ste nog geen diploma hebt, moet je doorleren tot je achttiende. En zonder diploma heb je tot je 23ste te maken met een overheidsinstantie, het RMC, om te kijken wat er nog mogelijk is.)
Ik vind het sowieso onbegrijpelijk dat zo’n evident probleem, de gebrekkige scholing in Italië, niet veel meer aandacht krijgt in de verkiezingscampagne. Het is een enorm obstakel bij de pogingen om de Italiaanse economie weer te laten groeien. Lang niet iedereen heeft de cijfers paraat. Maar kijk maar eens bij de Oeso. Daar blijkt dat Italië ver onder de maat presteert op het gebied van onderwijs. De Pisa-test, waarbij 15-jarigen worden vergeleken, laat zien dat Italiaanse scholieren ondergemiddeld presteren op het gebied van leesvaardigheid en wetenschappelijk inzicht.
En in Europese Oeso-landen hebben weinig jongeren zo weinig hoger onderwijs genoten als in Italië

In NextGenerationEU, de officiële naam van het Europese herstelfonds, trekt veel geld uit voor verbetering van de scholen in Italië. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om betere gebouwen en lesmiddelen. Er zijn veel meer problemen. Ik noem er een paar. De grote verschillen tussen noord en zuid, zowel in de kwaliteit van het onderwijs als in het aantal uren per dag dat wordt lesgegeven. De door sterke vakbonden verdedigde starre carrièrelijn, waarbij dienstjaren belangrijker zijn dan vaardigheden en bijscholing. Het gebrek aan goede docenten. Af en toe komt dit naar voren, maar er is niet één partij die hier echt een speerpunt van maakt.
Niet werken, niet leren, Geen stage
De onderbenutting van menselijk kapitaal, om deze term maar weer eens te gebruiken, is een kolossaal probleem. Kent u de term NEET? Dat is de afkorting voor jongeren die Not in Employment, Education or Training zijn. Jongeren die helemaal niets doen, dus. Eurostat keek naar de jongeren tussen de 15 en 29 jaar. Nergens in de Europese Unie, nergens, is dat percentage zo hoog als in Italië. Ongetwijfeld moet je rekening houden met zwart werk, maar dan nog zijn die cijfers alarmerend voor Italië. Een kwart van de jongeren werkt niet, studeert niet, volgt geen opleiding. Ter vergelijking: in Nederland en Zweden ligt dat onder de 6 procent.

Samengevat
Het lage opleidingsniveau in Italië is een enorm obstakel voor economische groei. De meeste politieke partijen besteden daar maar mondjesmaat aandacht aan. Zo is veel menselijk kapitaal aan het verpieteren.
De Verkiezingen Van 25 September
Dit artikel is onderdeel van een reeks blogs in de aanloop naar de verkiezingen van 25 september. Vorige week de belangrijkste stromingen: de Vijfsterrenbeweging, het nieuwe centrum, de Democratische Partij, en de voorspelde winnaar: het rechtse blok. Ook uitleg waarom de Italiaanse kiezer minder kan kiezen dan hij of zij zou willen. Deze week schreef ik eerder over de rol van de kerk in de campagne en de twijfels bij vrouwen over de mogelijkheid dat een vrouw premier wordt.
Heeft u specifieke vragen? Neem contact op, dan zal ik daar in een van de komende blogs op ingaan