Morgen komt de Italiaanse president Mattarella voor een vierdaags bezoek aan Nederland. Het is een gevoelig moment. Hij zal ongetwijfeld vragen krijgen over wat er speelt in Rome nu de rechts-nationalistische Giorgia Meloni eind vorige maand premier van Italië is geworden.
Niet dat hij daar zelf veel invloed op heeft. Want wat vermag een president in Italië? Niet heel veel. Het presidentschap is een overwegend ceremoniële functie. Op drie specifieke punten heeft hij wel macht: de president bepaalt of er vervroegde verkiezingen komen, kan wetten en ministers tegenhouden, en heeft een grote morele invloed.
Die macht heeft Mattarella ook gebruikt. Na een kabinetscrisis begin 2021 vroeg hij Mario Draghi om een soort nationaal kabinet te leiden in plaats van nieuwe verkiezingen uit te schrijven. In 2018 blokkeerde hij een eurosceptische ministerskandidaat op Financiën. En na zijn vermaning dat niet alle Covid-maatregelen van tafel kunnen, besloot het kabinet-Meloni vorige week de mondkapjesplicht in ziekenhuizen te handhaven.
Mattarella als garantie
Mattarella, nu 81 jaar, had eigenlijk na zijn eerste termijn willen opstappen. Zijn woordvoerder stuurde al foto’s rond van gereedstaande verhuisdozen. Maar in januari van dit jaar bleken de partijen verdeeld over een opvolger – de president wordt door het parlement gekozen. Toen is er een dringend beroep gedaan op Mattarella, die algemeen wordt gerespecteerd, om zich opnieuw beschikbaar te stellen. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat hij besluit zijn tweede termijn van vijf jaar niet volledig uit te dienen.
De invloed die Mattarella heeft, wordt beschouwd als een garantie tegen internationaal-politieke avonturen van het nieuwe kabinet. Het is geen toeval dat hij later deze week in Maastricht is bij de viering van dertig jaar Verdrag van Maastricht – dat was de opstap naar de euro. Hij bezoekt in Limburg overigens ook het Romeinse badhuis in het Thermenmuseum in Heerlen.
De eerste stappen van premier Meloni
Meloni was eind vorige week in Brussel, en daar was haar boodschap dat ze aanpassingen wil, maar geen stoorzender wil zijn in Europa. Wat heeft haar kabinet in zijn eerste negen dagen verder laten zien? Een aantal dingen valt op.
- Financiën. Meloni en haar minister van Financiën hebben een strakke begrotingsdiscipline in het vooruitzicht gesteld. Toch heeft het kabinet vorige week besloten meer geld te gaan lenen, met name om de gevolgen van de hoge energieprijzen te dempen. In de ontwerp-begroting voor volgend jaar is het begrotingstekort dan ook 4,5 procent in plaats van de 3,4 procent waarvan het voorgaande kabinet-Draghi uitging.
- Recht en orde. Op de eerste ministerraad is een slecht doordachte maatregel gepresenteerd die forse straffen zet op rave party’s. Regelrechte symboolpolitiek. De juridische formulering ervan is slordig en maakt de zware straffen en harde ingrepen ook mogelijk in andersoortige situaties. Het kabinet suggereert dat er een correctie komt.
- Covid. Vaccinweigeraars onder het medische personeel mogen weer aan het werk, zo heeft het kabinet besloten. Ook dit is symboolpolitiek: veel coronamaatregelen zijn door Meloni bekritiseerd als een onnodige inperking van de individuele vrijheid.
- Migratie. Het kabinet wil een gezamenlijke Europese inspanning om bootmigranten tegen te houden. Wie niet evident zorg en/of bescherming nodig heeft, mag in Italië niet aan land komen – afgelopen weekeinde is dat in praktijk gebracht. Hulporganisaties uit andere landen (Duitsland, Noorwegen) moeten maar proberen ‘hun’ land de opgepikte bootmigranten te laten opnemen.
- Belastingen. Er zijn twee omstreden plannen gepresenteerd. Een amnestie voor alle boetes van de belastingdienst onder de duizend euro, en verhoging van het plafond voor contante betalingen naar vijf- of tienduizend euro. Veel economen zeggen dat dit laatste plan de grootschalige belastingontduiking in Italië alleen maar stimuleert.
Bij die plannen zijn serieuze vraagtekens te zetten. Mattarella heeft er als president maar heel indirect en heel beperkt invloed op. Misschien moet Nederland hem maar vragen om zijn pensioenplannen verder vooruit te schuiven om een oogje in het zeil te kunnen houden.