Op dit blog schrijf ik vooral over Italië, maar dit keer gaat het over de reis van/naar het Belpaese. Ik deed dat onlangs met een overnachting in Zuid-Duitsland. En daardoor had ik tijd over voor een tussenstop die al lang op mijn verlanglijstje stond: de Völklinger Hütte.
Dat is een enorm complex voor de produktie van ijzer dat door de Unesco is uitgeroepen tot industrieel werelderfgoed. Oneerbiedig gezegd: zes hectare (!) van meestal verroest staal. Maar volgens de Unesco is nergens anders in West-Europa of Noord-Amerika zo’n nog vrijwel volledig intact voorbeeld te vinden van de manier waarop in de negentiende eeuw en tot diep in de twintigste eeuw ruwijzer werd gemaakt.
Ik zal de lezer de details besparen van het produktieproces en van de technologische vernieuwingen die hier zijn doorgevoerd – dat had ook niet míjn grootste interesse. Maar het is indrukwekkend om zo dicht langs de hoogovens te kunnen lopen en helemaal naar boven te kunnen klimmen (helm verplicht, je stoot zomaar je hoofd) om van grote hoogte een blik te kunnen werpen op het hele complex.




Saarland, rijk aan kolen en ijzer
De eerste hoogoven werd in 1883 actief, en al snel wordt dit een van de belangrijkste staalfabrieken van Duitsland. We zijn hier in Saarland, een gebied rijk aan kolen en ijzer waarom veel is gevochten tussen Frankrijk en Duitsland. Je hebt niet veel fantasie nodig om je de hitte en de herrie voor te stellen van wie hier werkte. Het moet voor veel van de arbeiders (op het hoogtepunt werkten er zeventienduizend mensen) een hel zijn geweest.
Een apart hoofdstuk is de dwangarbeid in de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De documentatie over de Eerste Wereldoorlog is slecht, maar die over de Tweede Wereldoorlog is gründlich. Onderzoekers hebben vastgesteld dat in deze ijzerfabriek meer dan twaalfduizend buitenlanders te werk zijn gesteld. Er waren veel krijgsgevangenen bij uit Rusland, Frankrijk of Italië. Maar ook Nederlanders die verplicht werden in Duitsland te gaan werken. In een aparte brochure zijn alle teruggevonden namen verzameld. Ik heb de eerste pagina over Nederland gekopieerd.

Het complex is in 1986 gesloten. Al snel daarna is besloten dit staaltje industriegeschiedenis niet af te breken, maar te behandelen als een monument. Op veel plaatsen heeft het complex een culturele bestemming gekregen. Er zijn ateliers voor kunstenaars, grote ruimtes waar kunstenaars zich kunnen uitleven, en de enorme machinehal is een unieke plaats voor tentoonstellingen.



tekst
Lijst van werelderfgoed
De ijzerfabriek in Völklingen was een van de eerste industriële complexen die de status van werelderfgoed hebben gekregen. Dat was in 1994. Op de site van de Unesco kon ik geen aparte sublijst vinden van Industrieel Erfgoed – voor al het erfgoed, cultureel, landschappelijk en industrieel, is die lijst er wel. Maar daar zoeken met ‘Industrial’ leverde geen duidelijk resultaat op.
Op Wikipedia is wel een lijst te vinden. Daarop staan drie Nederlandse plaatsen: het Woudagemaal in De Fryske Marren, de molens bij Kinderdijk, en de voormalige fabriek van Van Nelle in Rotterdam.
Praktisch
Voor wie over Zwitserland naar Italië rijdt: de route Utrecht-Como is via Völklingen op een paar kilometer na even lang als de volledig Duitse optie via Mannheim en Karlsruhe. Voor wie denkt dat het duurder is: je betaalt wel tol in Frankrijk (ik was in totaal 14 euro kwijt, Straatsburg-Mulhouse is tolvrij), maar je kunt goedkoop tanken in Luxemburg.


