Reddingsactie voor de Villa Verdi

Villa Verdi (Foto Marc Leijendekker)

Als u dit voorjaar in Italië naar de opera of een concert met klassieke muziek gaat, is de kans groot dat u daarmee een stukje huis koopt en tegelijkertijd een hommage brengt aan Giuseppe Verdi. De Italiaanse operahuizen hebben met elkaar afgesproken dat ze de opbrengst van in ieder geval één avond beschikbaar zullen stellen voor een plan om de villa te kopen waar Verdi vijftig jaar lang heeft gewoond en gewerkt, tot aan zijn dood in 1901. Het is een belangrijk onderdeel van de reddingsactie voor Villa Verdi.

,,Maestro Verdi was niet alleen een grote componist, maar met Garibaldi, Mazzini en Cavour een hoofdrolspeler in de Italiaanse Risorgimento’’, het proces van Italiaanse eenwording in de negentiende eeuw, zei minister van Cultuur Gennaro Sangiuliano. ,,Het is geen toeval dat ‘Viva Verdi zeggen’ een historische betekenis had voor de Italiaanse patriotten. Zijn villa is niet alleen een fysieke plaats, en daarom is het juist dat het een plaats wordt voor het collectieve geheugen van de Italianen, een  belangrijk onderdeel van de nationale identiteit.’’

Hoed en handschoenen

Maar, zullen de kenners misschien zeggen: de Villa Verdi was toch al een klein museum dat je kunt bezoeken? Klopt. In de grote villa, met maar liefst 55 kamers, heeft lang familie gewoond. Die nazaten hebben de meeste ruimtes gelaten zoals ze waren. De (nu volledig ontstemde) piano’s waar Verdi opera’s als Rigoletto en Nabucco heeft gecomponeerd, staan er nog. De meeste meubels zijn in de oorspronkelijke staat. Zelfs de zwarte hoed die hij ophad als hij uitging en de handschoenen die hij droeg toen hij de requiemmis voor de grote schrijver Manzoni dirigeerde, liggen er nog.

Maar het is allemaal te veel en te duur geworden voor de laatste nakomelingen van Verdi. Het museum ging dicht en de villa werd een paar jaar geleden te koop gezet. Dat was het startschot voor een reddingsactie. Een eerste halfslachtige inzamelingspoging bracht weinig op. Maar vorige maand heeft minister Sangiuliano een plan gepresenteerd om de villa een toekomst te geven.

Achterafweggetje

Tijd om eens te gaan kijken. De weg ernaartoe slingert tussen de landerijen van de Povlakte door. Je komt door Busseto, dat je op allerlei manieren duidelijk maakt dat Verdi hier is geboren. Dan moet je een wat verscholen en smal achterafweggetje in slaan, buiten de kern van het dorpje Sant’Agata di Villanova. En hier, direct aan de weg, ligt de Villa Verdi.

Het hek is dicht. De luiken ook. Je krijgt een indruk van de grootte van het complex als je langs de muren kijkt. Maar wat aan het hek rammelen en hard ‘buongiorno’ roepen levert niets op. De buitenmuren kunnen een verfje gebruiken. De grote tuin eromheen, of liever het park dat bij de villa hoort, zou profiteren van bezoek van paar hoveniers.

Villa Verdi en het park dat erbij hoort (Foto Marc Leijendekker)

Je moet het doen met de foto’s van toen de villa nog open was, gemaild door de groep mensen die zich ervoor inzetten dat de villa in publieke handen komt.

Volgens een ruwe schatting is er twintig miljoen euro nodig om de villa aan te kopen en er een groots museum van te maken.

Viva Verdi

Op de weg terug kom je regelmatig verwijzingen naar Verdi tegen. De man die door velen wordt gezien als de grootste Italiaanse componist, heeft in het gebied zijn sporen nagelaten. In zijn testament liet hij een deel van zijn terreinen na aan de boeren van Villanova. Hij had ook een fonds opgericht waaruit de gemeente jaarlijks aan honderd armen een financiële bijdrage kon geven – ook om te voorkomen dat mensen zich genoodzaakt zouden zien te emigreren.

Ten tijde van de Risorgimento riepen nationalisten Viva Verdi, waarbij ‘Verdi’ ook stond voor ‘Vittorio Emanuele Re d’Italia. Ook daarom wordt Verdi nu een patriot genoemd – een woord dat rechts-nationalistische regering die sinds september in Rome zetelt, graag in de mond neemt.

1 gedachte over “Reddingsactie voor de Villa Verdi”

  1. Harald Hendrix

    Ook het geboortehuis van Verdi in het nabij gelegen Roncole bezocht? Is wel nog toegankelijk, toch? Was zelf in beide huizen in 2003. Een ‘museo diffuso’ ligt voor de hand.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *