Komende nacht is het precies vijf jaar geleden dat in het hart van de Apennijnen een reeks aardbevingen begon. En op sommige plaatsen lijkt het bijna alsof het gisteren was. „Het herstelwerk heeft jarenlang stilgelegen’’, vertelt een van de mensen die hun huis uit moesten. „Pas anderhalf jaar geleden zijn ze er eindelijk meer begonnen. Maar het gaat heel, heel langzaam.’’
Eerst werden vooral de stadjes Amatrice en Pescara del Tronto getroffen. In de vroege ochtend van 24 augustus 2016, om iets over half vier, verwoestte een beving met een kracht van 6 op de schaal van Richter een groot deel van deze stadjes, op de grens tussen Lazio en Marche. Ze liggen midden in een berucht aardbevingsgebied, maar veel huizen waren niet aardbevingsbestendig. Er vielen bijna driehonderd doden.
Het bleef onrustig in dat gebied, met kleine schokken. Maar eind oktober van dat jaar waren er weer twee grote schokken. Op 30 oktober trof een beving met een kracht van 6,5 (de op één na zwaarste ooit gemeten in Italië) de stadjes Norcia en Castelluccio. Het laatste werd bijna volledig vernield. Omdat het al maanden rommelde, waren de mensen gewaarschuwd. Er vielen geen doden, wel konden nog eens vele duizenden mensen hun huis niet meer in.
Gewapende wonden
Eerder deze zomer was ik in Norcia en Castelluccio, en het is onthutsend te zien hoe groot de schade nog is. Castelluccio, op 1.450 hoogte een vertrekpunt voor veel wandelingen in de omringende bergen, de Monti Sibillini, toont nog steeds een gewapende wond. Het dorpje, beroemd wegens zijn linzen, is voor tweederde een puinhoop.
Ook het grotere Norcia, waar vijfduizend mensen staan ingeschreven, is vijf jaar na dato nog steeds een gehavend stadje. Van de beroemde Benedictus-basiliek staat alleen de voorgevel nog overeind. Een grote stellage moet voorkomen dat hij omvalt nu de zijmuren zijn ingestort. Bij de kerk van Augustinus moet een enorme stellage van houten stutten voorkomen dat de zijmuur omvalt. Ook andere kerken en kloosters en een aantal andere gebouwen staan alleen (deels) overeind met de hulp van steigers. Sommige straatjes in het stadje zijn afgesloten. Overal hangen bordjes van winkeltje en bedrijfjes die dicht zijn en tijdelijk zijn verplaatst, naar een lange rij houten hutten net buiten de dikke oude muren van het stadje.
Door stadspoort naar centrum Onderzoek structuur muur Kerk van S. Agostino Winkels ’tijdelijk’ verplaatst
Van boos naar berustend
Ik ga hierover praten met de mensen die ’s middags wat zitten te kletsen op het pleintje bij het theater – hier zijn de steigers verstopt achter een groot doek waarop de gevel is nageschilderd. „In het begin waren we vooral boos’’, zeggen twee vrouwen, elkaar aanvullend. „Alles gaat zo langzaam, we zitten nu al vijf jaren in die tijdelijke woningen. Veertig of zestig vierkante meter, en als je geluk hebt en met een groot gezin bent tachtig. Maar nu overheerst de berusting. Wat kun je doen?’’
Het is de bureaucratie, weten een paar mannen. Er is te veel overlap. Je hebt de gemeente, de provincie, de regio, de regering in Rome. Bovendien zitten we hier in een nationaal park. En vergeet de sovrintendenza niet, een soort monumentenzorg. „Het duurt jaren voordat die het allemaal met elkaar eens zijn.´´
Nu, vijf jaar na data, is er eindelijk wat beweging. Bij veel huizen in het oude centrum is een stukje uit het stucwerk van de muur gehakt, om te kijken wat de structuur van de muur is en wat er mee moet gebeuren om het gebouw aardbevingsbestendig te maken. Grote hijskranen steken boven de stad uit – al staan die op de middag van het bezoek stil.
Opvallend is dat juist kerken en kloosters er zwaar zijn beschadigd. „We hadden een stuk of zeven kerken in Norcia. Inderdaad veel, maar dat komt omdat we vroeger onderdeel waren van de pauselijke staat’’, vertelt een man. Hij denkt te weten waarom juist de kerken zo zwaar zijn getroffen bij de beving. „Heel vaak zijn plannen om de gebouwen te verstevigen, vastgelopen op verzet van de sovrintendenza. Die zei dan dat het historische karakter in gevaar kwam. Nu zijn het allemaal bouwvallen waarvan we nog maar moeten zien of die weer worden hersteld.’’

Als je de stad uitrijdt naar het zuiden zie je links van de weg de noodwoningen staan. Het lijkt net een klein, compact dorpje. Veel mensen hebben er maar het beste van gemaakt. Ook al zijn de tuintjes maar een paar vierkante meter groot, er staan veel bloemen en planten. ‘Tijdelijke bewoning’ is in het tempo waarin de wederopbouw na aardbevingen in Italië verloopt, een rekbaar begrip.
Castelluccio Op weg naar Castelluccio