Zo rond de jaren zeventig van de vorige, twintigste eeuw waren er kunstenaars die niets zagen in de abstracte of conceptuele stromingen die toen de boventoon voerden. Zij wilden terug naar de werkelijkheid, naar het ambacht ook. Daar liggen de wortels van een stroming die het hyperrealisme wordt genoemd. In mijn lekentaal: een soort uitvergrote, soms overdreven werkelijkheid. Intrigerend, verwarrend.
Later kom ik met het verplichte citaat van de Franse filosoof Jean Baudrillard. Maar eerst de reden van dit blog: een interessante tentoonstelling in Rome waarop een reeks werken van hyperrealistische grootheden te zien zijn. Voor wie namen wil: John DeAndrea, Mueck, Carole Feuerman. Maurizio Cattelan. Tom Kuebler.


Het is fascinerend om rond te lopen in de zalen van het palazzo Bonaparte – de zalen in de tentoonstellingsruimtes zijn donker gemaakt, om de kunstwerken beter te kunnen uitlichten en de zeventiende-eeuwse muurschilderingen niet te laten afleiden. Het is me zeker twee keer overkomen dat ik een beeld aanzag voor een bezoeker.
Ambachtelijkheid
Om te beginnen, het makkelijkste element: het vakmanschap. Achter de levensechte beelden of lichaamsdelen zit een buitengewoon arbeidsintensieve en ingewikkelde manier van werken. Niemand zal hier rondlopen en smalend zeggen: dat kan ik ook. Vaak moet echte kleding op beelden van klei of de geavanceerde soorten polyester en siliconen de suggestie van levensechtheid versterken.
Niet iedereen is onder de indruk. Critici hebben gezegd dat de grens tussen virtuoos ambachtsschap en kunst lijkt te verdwijnen. Wat is dit ‘meer’ dan de werkelijkheid reproduceren, ook al kan je druppels op de huid van de zwemster zien zitten?



Wat is echt?
Bij kunstenaars als Ron Mueck of Maurizio Cattelan zal je dit vraag niet zo snel stellen. Veel beelden intrigeren enorm. De geheven armen in ‘Ave Maria’ kan je niet zien zonder meteen aan de nazi-groet te denken. Het meer dan levensgrote hoofd van een man van middelbare leeftijd, geplaatst in een donkere nis, kan je niet onberoerd laten.


In begeleidende teksten over hyperrealisme staan zinnen als ‘Het oog in oog staan met deze beelden prikkelt de reactie van bezoekers en roept vragen op over de maakbaarheid van de mens en over identiteit.’ Ook kom je vaak verwijzingen tegen naar Baudrillard, de Franse filosoof. Die constateerde eind vorige eeuw dat ons idee van wat werkelijkheid is, verandert door de beelden die we daarover voorgeschoteld krijgen. Wat we zelf ervaren en wat ons wordt voorgeschoteld, lopen door elkaar heen – op zijn best, regelmatig vervangt het gekunstelde beeld dat via tv en film wordt gegeven, zelfs ons zelf ervaren beeld van de werkelijkheid, zegt Baudrillard. En dat ging vooral over tv en film, nog voordat sociale media een grote vlucht zijn gaan maken en we ons zorgen maken over fake news.

Zulke gedachten geven als vanzelf een diepere laag geven aan een bezoek aan deze tentoonstelling. Die staat in het teken van de zeer actuele vraag: Wat is echt? Met de nieuwste mogelijkheden om beeld en geluid te manipuleren, wordt die vraag alleen maar ingewikkelder, zoals het kunstenaarsduo Glaser/Kunst laat zien met ‘Jonathan’, het beeld waarmee te tentoonstelling wordt afgesloten.
Praktische informatie
Palazzo Bonaparte is op de hoek van piazza Venezia.
De tentoonstelling is nog te zien tot 8 oktober, dagelijks van 10-20u.
Informatie over tickets en reserveringen hier – in mijn ervaring is reserveren niet nodig.
Met veel interesse gelezen. Dank voor dit verhaal!