Vanavond is het overlijden bekend gemaakt van Giorgio Napolitano. Een politicus die als president voor veel kiezers een rots van stabiliteit is geweest in de woelige Italiaanse politiek. Hij heeft zijn leven gewijd aan de politiek, maar is daar zonder grootheidswaan, belastende rechtszaken of verdacht vette bankrekening doorheen gekomen.
Ik heb veel over hem geschreven, voor het eerst in 1985, na een gesprek met hem in de trein naar Groningen. Naast alle inmiddels wat stoffige partijpolitieke analyses blijft één uitspraak van hem hangen, waarin hij verwijst naar de grote communistische theoreticus Antonio Gramsci: ,,Het gaat om ‘optimisme van de wil’. Een partij moet passie uitstralen.’’
Onderkoelde passie
Die passie van Napolitano was wat onderkoeld. Hij was zeker niet de stereotype opgewonden Italiaan, eerder Engels dan Italiaans – hij was ook altijd formeel gekleed. Mede door zijn opleiding als jurist zorgvuldig en vol understatements in taalgebruik. Maar dat maakte zijn passie voor de drie grote thema’s die zijn politieke leven hebben gekenmerkt, niet minder: rechtstaat, democratie, Europa. Hij heeft het in allerlei toonaarden gezegd: ,,Buiten of zonder Europa heeft Italië geen toekomst”. “Vaarwel voor de president die hield van Europa’, luidde de openingskop vrijdagavond op de website van La Repubblica.
Hieronder wat elementen uit twee andere stukken die ik over hem schreef. Het eerste vlak voor zijn komst naar Nederland, in 2012, toen hij per e-mail antwoordde op mijn vragen. ‘Vertrouw op de wijsheid van Italianen’, bezwoer hij zijn Nederlandse gastheren toen. Het tweede uit januari 2015, toen hij zijn presidentschap neerlegde. De kop daarboven was: ‘Italië raakt zijn ijkpunt kwijt’
Als de politiek een voortdurend geschreeuw wordt, een wedstrijd wie de hoogste toon bereikt, een botsing over alles, over iedere kwestie, op ieder moment, dan lijden de instituties hier onder, om te beginnen het parlement, en lijdt de relatie met de burgers”, waarschuwde hij in zijn eerste eindejaarsboodschap als president in 2006.
Napolitano heeft ook vaak gewaarschuwd voor de corruptie „in iedere plooi van onze sociale en institutionele werkelijkheid”, en voor de macht en invloed van de georganiseerde misdaad.
„We moeten de verrotte en corrosieve ondergrond van onze samenleving saneren.”
Antipolitiek
Als president heeft hij ook in veel van zijn toespraken aangedrongen om hervorming van het politieke bestel. Door een aantal eigenaardigheden van de Italiaanse kieswet hebben de kiezers beperkte invloed op wie hen vertegenwoordigt dan in zijn ogen hoort bij en democratie.
Wie zich tegenwoordig terecht zorgen maakt over de antipolitiek, moet ervoor zorgen dat de politiek grondig wordt gesaneerd.
Giorgio Napolitano is 98 jaar geworden. Voor wie Italiaans spreekt: op de website van het Quirinaal, het presidentiële paleis, staat een terugblik op zijn presidentschap.
Hee Marc, Interessant te horen dat jij met Napolitano (toen ‚ambassadeur’ van de PCI), in de trein naar Groningen zat. Dat moet dezelfde dag zijn geweest toen ik met hem in een panel zat op het Instituut voor Geschiedenis in Groningen. Ik vroeg hem toen waarom de PC zich niet gewoon sociaaldemocratisch ging noemen naar Noord-Europees model. Volgens hem kon dat niet omdat ‚de basis het niet zou begrijpen‘
Dit soort intellectuele arrogantie breekt links in Italië (en daar niet alleen, neem ik aan) nog altijd op.