Vanmorgen is Silvio Berlusconi overleden, 86 jaar oud. Geen man heeft de afgelopen dertig jaar zo’n invloed gehad in Italië als hij: de website van La Repubblica zette een recente foto (zie boven) van Berlusconi boven het nieuws, met als kop een opmerking die meteen van veel kanten te horen is: ‘Het einde van een tijdperk’.
Want ‘Silvio’ heeft een enorme rol gespeeld, en hij was daar zelf ook niet bescheiden over. In de verkiezingscampagne van maart 2001 legde hij zelf maar even zijn plaats in de geschiedenis uit, waarmee hij heel de wereld als referentiekader nam. „Er is niemand op het wereldtoneel die kan pretenderen zich aan mij te meten, niemand van de politieke hoofdrolspelers die mijn verleden heeft, die het levensverhaal heeft dat ik heb.’’
Het was de grootspraak van een man die schoenen met verborgen hakken droeg omdat hij niet wilde wegvallen bij mensen die langer waren dan hij, en die zich graag omschreef als „de gezalfde door de Heer’’. Een grapje dat hij graag vertelde gaat over een politieagent die een auto met geblindeerde ruiten aanhoudt en dan ontdekt dat Berlusconi daarin zit. „O mijn God’’, zegt de agent. „Zeg maar Silvio’’, is het antwoord.
Hij kwam ermee weg, ook omdat hij zich nooit als een autoritaire leider heeft gedragen. „Ik ben niet in staat nee te zeggen. Gelukkig maar dat ik een man ben en geen vrouw’’, was een van de andere grappen waarmee hij mensen voor zich wist in te nemen. Maar Berlusconi heeft een overweldigende invloed op de Italiaanse politiek, cultuur en samenleving gehad: eerst vooral als mediamagnaat, later als ondernemer in de politiek, en ook een beetje als voetbalfan.
Bravoure
Met name critici spreken over een tweede ‘ventennium’, een verwijzing naar de twintig jaar dat de Italiaanse politiek werd bepaald door de fascistische leider Benito Mussolini, van 1922 tot 1943. Ook Berlusconi heeft ongeveer twintig jaar het land gedomineerd. Als de onbetwiste leider van een door hem in het leven geroepen rechts blok, waarvan híj doel en richting bepaalde. Als de obsessie van zijn tegenstanders op links, die tegenover zijn bravoure en achteloos negeren van elementaire democratische regels jarenlang in een kramp hebben gelegen. Als symbool voor een vermeende groeiende oppervlakkigheid en consumptiedrang. En vaak, ook als hij zelf niet aan de macht was, als zinnebeeld voor Italië in het buitenland.
Berlusconi’s politieke verhaal begint in 1994, als hij met een kersverse partij en als aanvoerder van een rechtse coalitie de verkiezingen weet te winnen. Nog twee keer wint hij, in 2001 en 2008. Als in 2011 als onrust op de financiële markten hem geen andere keus laten dan af te treden, loopt hij een klap op. Maar hij blijft ook daarna nog jarenlang de grote man op rechts, ondanks de schandalen over zijn seksfeestjes met minderjarige meisjes die bekend worden. Pas bij de verkiezingen van 2018 raakt zijn partij Forza Italia na een populistische revolte definitief zijn positie als eerste of tweede partij van het land kwijt.
Berlusconi probeert, in Italië en in Europa, dan nog de rol van de wijze staatsman te spelen, maar heel goed gaat hem dat niet af. Zijn facelifts en haarimplantaten kunnen niet verhullen dat er dan een tachtiger staat die is aan de zijkant van het politieke toneel terecht is gekomen. In 2022 krijgt Forza Italia wel weer regeringsmacht; het is de kleinste partij in een rechtse coalitie onder leiding van premier Giorgia Meloni.
Berlusconi komt in het veld
Dat kan toch niet zomaar?, is de reactie in binnen- en buitenland als ondernemer en mediamagnaat Berlusconi zich in 1993 voorbereidt om „het veld in te komen”. Hij is dan al een van de machtigste mannen van Italië. Door zorgvuldig onderhouden politieke connecties is hij erin geslaagd om een monopoliepositie op te bouwen op de markt voor commerciële tv – vrijwel nergens in de wereld is één commerciële tv-zendergroep zo dominant. Hij is ook nog projectontwikkelaar, heeft belangen in financiële instellingen, bezit de belangrijkste warenhuisketen, en is via een omstreden operatie de baas geworden van de grootste uitgeverij van het land.
In de meeste democratieën zou dit worden gezien als een onoverkomelijk belangenconflict. Maar veel Italianen blijken bereid te zijn om genoegen te nemen met Berlusconi’s verzekering dat hij politiek en zaken scherp zal scheiden – anderen interesseert het simpelweg niets.
Wonderen
Berlusconi is dan al razend populair. Ook zijn tegenstanders moeten erkennen dat hij als ondernemer visie heeft laten zien – los van de vraag hoe hij die visie heeft verwezenlijkt. „Ik ben gewoon een ondernemer die wonderen verricht”, zei hij over zichzelf. Als projectontwikkelaar bouwde hij bij Milaan een van de eerste autoluwe wijken in Italië. Als tv-magnaat trok hij kijkers met voetbal, Amerikaanse series en shows met half blote jonge vrouwen – een scherp contrast met de verstrooiing die de staatsomroep Rai bood.
En als voorzitter van AC Milan maakte hij daar voor een paar jaar ’s werelds beste voetbalteam van. Niet zozeer doordat hij met zijn miljoenen toppers als Ruud Gullit, Marco van Basten en Frank Rijkaard uit het buitenland haalde, maar allereerst omdat hij zijn vertrouwen gaf aan een relatief onbekende trainer, Arrigo Sacchi, die een veel aanvallendere manier van spelen voorstond – en veel leuker om te zien ook. In 2021 zal een voetbalcommentator zeggen dat er toen een einde is gekomen aan de saaie, angstige 0-0-uitslagen in de Serie A.
Alternatief op de puinhopen
Dat hij besluit de politiek in te gaan, is juist om zijn zakelijke belangen veilig te stellen, vooral zijn media-imperium. Het begin van de jaren negentig was voor Italië politiek gezien het einde van een tijdperk. Een politiek bestel dat een halve eeuw stand had gehouden, bezweek onder corruptie- en maffiaschandalen.
Daarmee breekt ook het politieke vangnet van Berlusconi. Hij vreest dat zijn feitelijke monopolie op commerciële tv de verwachte linkse regering niet overleeft. Daarom schept hij, tussen de puinhopen van het oude bestel en vrijwel uit het niets, een alternatief. Marketingexperts van zijn zakelijke imperium helpen mee om Berlusconi’s nieuwe partij, Forza Italia, een fris en jong imago te geven. Berlusconi realiseert zich dat dit niet genoeg is om te winnen, en sluit ook een alliantie met de erfgenamen van de neofascistische partij en met autonomisten uit Noord-Italië.
Kiezers hadden, in referenda, aangedrongen op een politiek tweestromenland, omdat ze echt iets te kiezen wilden hebben. Dat krijgen ze. Het kiessysteem wordt zo aangepast dat het blokvorming in de hand werkt. De lijnen die dan in de politiek worden getrokken, blijven staan. Vanaf 2013 probeert de Vijfsterrenbeweging, een antisysteempartij, de traditionele politieke vlakverdeling te doorbreken. Dat lukt maar ten dele, en zal uiteindelijk vooral tot verdeeldheid op links leiden. Berlusconi blijft, ook als partijen op rechts radicaliseren, vasthouden aan een rechts blok.
Om vrij te zijn en te groeien
Berlusconi schrijft zelf een partijlied. „Forza Italië, om vrij te zijn, om te doen en te groeien”, staat in het refrein. Het is knappe marketing. Vrij van de bemoeienis en soms betutteling van een logge overheid. Daden in plaats van de eindeloze woordenbrij van de ‘oude’ politiek, het teatrino waartegen Berlusconi zich afzet – hij presenteert zich als buitenstaander, hoewel hij zelf heeft geprofiteerd van zijn politieke connecties. En ‘groei’ om te onderstrepen dat hij met zijn ervaring als ondernemer beter weet hoe je dat moet bereiken dan politici ‘die nooit een dag in hun leven hebben gewerkt’. Heel zijn politieke leven zullen dit voor Berlusconi en zijn aanhang drie centrale ideeën blijven.
Maar hij maakt ze nauwelijks waar. Hij noemde het rechtse blok op een gegeven moment ‘de pool van de vrijheid’, beloofde voortdurend „een liberale revolutie” en riep graag dat On Liberty van de Engelse filosoof John Stuart Mill zijn lijfboek was. Maar veel vrijer, in de liberale zin van vrij-van, heeft hij de Italiaan niet gemaakt. De officiële belastingdruk bleef onredelijk hoog, de bureaucratie knellend, de wetgeving een jungle waar de gewone burger in verdwaalt. Onder deze noemer vallen eigenlijk alleen de belasting- en bouwamnestie die hij heeft afgekondigd. Ook van de beloofde investeringen in onderwijs en informatica kwam onder zijn regeringen niets terecht.
Een magere oogst
Het zijn ook niet de thema’s waar Berlusconi zijn energie in heeft gestopt. Als visionaire projectontwikkelaar, mediamagnaat en voorzitter van AC Milan heeft hij veel bereikt; zijn zorgvuldige uitgevente imago als de man die dingen voor elkaar krijgt is daarop gebaseerd. Maar zelfs in de periode 2001-2006, wanneer hij met een comfortabele meerderheid de langstzittende Italiaanse regering sinds de Tweede Wereldoorlog leidt, is de oogst mager. De belangrijkste wapenfeiten uit die periode zijn een paar wetten die Berlusconi uit handen van de justitie moeten houden. En groei? In 2001 begint er voor Italië een periode van stagnatie die zeker twintig jaar duurt.
Het heeft zijn imago van een ‘doener’ nauwelijks aangetast. Voor veel Italianen was Berlusconi de joviale man „met de zon in mijn zak” die het heeft gemaakt, een visionair ondernemer. Met voor iedere Italiaan vertrouwde karaktertrekken: soepele interpretatie van de regels, charmant in de omgang, graag met een mooie vrouw aan zijn zijde, gul met zijn enorme rijkdom, erg gespitst op zijn imago. Het is tekenend dat er bij de verzamelde citaten van Berlusconi geen scherpe analyses, begeesterende vergezichten of inspirerende oneliners staan. Het is vooral joligheid en grootspraak, met regelmatig een smakeloze practical joke.
Berlusconisme
Als sociale wetenschappers over ‘berlusconisme’ praten, gebruiken ze die term zowel in politieke als in culturele en maatschappelijke zin. In de hoogtijdagen van de analoge tv bombardeerde Berlusconi op zijn commerciële zenders de kijkers met reclame. Vrijwel nergens in Europa was op de commerciële tv zo veel reclame te zien als in Italië. Daarom is Berlusconi volgens critici een aanjager geweest van een mentaliteitsverandering. Oppervlakkigheid, consumptiedrang, narcisme, holle woorden, arrogantie van wie geld heeft: critici zeggen dat dit onder invloed van Berlusconi allemaal is toegenomen in Italië. Ondernemer Carlo De Benedetti, decennialang een tegenspeler, zei in 2020 dat Berlusconi „het niveau van burgerlijk fatsoen en moraal van het land heeft verlaagd”.
Het lijkt wat veel schuld voor één man, zeker gezien de ontwikkelingen in andere landen. Maar politiek gezien zijn oorzaak en gevolg duidelijker aan te geven. Het was begin jaren negentig vooral Berlusconi die aanstuurde op een politiek tweestromenland, waarin Italianen een heldere keuze hadden tussen links en rechts. Ook al moest hij daarvoor zijn toevlucht nemen tot beweringen dat zijn tegenstanders allemaal communisten waren, na een halve eeuw waarin de christen-democraten onafgebroken aan de macht waren geweest waardeerden de meeste Italiaanse kiezers de keuze tussen twee duidelijke alternatieven.
Een populist
Maar Berlusconi heeft de Italiaanse politiek ook gecorrumpeerd. Hij was een populist, een van de rijkste mannen van Italië, die tamboereerde op verzet namens het volk tegen een linksige elite. Jarenlang heeft hij zich gepresenteerd als de buitenstaander die in ‘de echte wereld’ zijn sporen had verdiend, nu ‘zijn mouwen ging opstropen’ en zich ‘opofferde’ in het belang van het land.
Berlusconi heeft zijn tv-zenders onbeschaamd gebruikt als instrument voor directe en indirecte politieke manipulatie. Met zijn miljoenen heeft hij de politiek beïnvloed, bijvoorbeeld door de financiële problemen begin deze eeuw van de separatistische Lega op te lossen, of door een paar jaar later de steun van senatoren uit het andere kamp te kopen en zo het centrum-linkse kabinet ten val te brengen.
Tientallen processen
In heel zijn politieke loopbaan heeft hij veel regels die in andere democratieën als elementair gelden aan zijn laars gelapt. Kunnen lappen, omdat zijn politieke tegenstanders niets deden. Belangenconflicten hebben, ondanks wettelijke regels hiertegen, nooit veel ophef veroorzaakt in Italië. Toen Berlusconi, met een van de grootste denkbare belangenconflicten ooit, de politiek in stapte, keken zijn tegenstanders verbluft toe – en omdat ze dachten dat ze van deze politieke parvenu zouden winnen, maakten ze er in 1994 niet zo’n punt van.
Een dieptepunt kwam nadat er twee jaar later een centrum-linkse alliantie aan de macht was gekomen, onder de voormalige christen-democraat Romano Prodi – overigens de enige die Berlusconi in verkiezingen heeft weten te verslaan, twee keer. De linkse leider Massimo D’Alema probeerde een akkoord te sluiten over politieke hervormingen met Berlusconi en deed het belangenconflict af als iets waar alleen een handjevol intellectuelen zich druk om maakte. Aan de belangenverstrengeling van Berlusconi als ondernemer en mediamagnaat veranderde daarna weinig. Die was een voldongen feit geworden.
Tegen Berlusconi zijn tientallen justitiële onderzoeken ingesteld, maar zijn populariteit heeft daar nauwelijks onder geleden. Het zijn geen geringe zaken waarvan hij is beschuldigd: omkoping van rechters en parlementsleden, grootschalige en frequente financiële fraude, en indirecte contacten met de maffia. Maar zijn aanhangers accepteerden in grote lijnen het standaardverweer van Berlusconi: omdat de politieke oppositie geen vuist kan maken, heeft die de justitie achter me aan gestuurd; alle onderzoeken zijn politiek gemotiveerd; en bovendien is er niets van waar. Hij bestond het zelfs de rechters die hem wilden vervolgen, uit te maken voor geestelijk gestoord. De rode justitie was „als een kanker in Italië’’.
Machtenscheiding
Het staatsrechtelijke begrip machtenscheiding was niet besteed aan hem. Wie de verkiezingen wint in een democratie, is in zijn ogen als een meerderheidsaandeelhouder, die zijn gang mag gaan zonder rekening te houden met de rest. Hij zei eens: „Het is waar dat de wet voor iedereen gelijk is, maar voor mij is hij meer gelijk dan voor anderen omdat de meerderheid van de Italianen op mij heeft gestemd.’’
Feit is dat hij vaak heeft terechtgestaan, maar niet zo vaak definitief is veroordeeld. Soms is hij vrijgesproken, maar vaker hebben zijn advocaten ervoor gezorgd dat processen zo lang werden gerekt dat de zaak was verjaard als die bij hogere instanties belandde – een vonnis wordt in Italië namelijk pas uitgevoerd na een definitieve veroordeling. Bovendien regelde Berlusconi zelf, toen hij premier was, dat de straffen op financiële fraude en daarmee de verjaringstermijn ervan werden verlaagd.
Verbod op politieke functies
Augustus 2013 is een keerpunt. Dan wordt hij, zonder dat nog beroep mogelijk is, veroordeeld wegens belastingfraude. Na een juridisch steekspel komt de straf neer op een paar maanden sociaal werk (hij gaat een paar vrijdagen naar een bejaardencentrum) en, belangrijker, vijf jaar een verbod op politieke functies. Bij de verkiezingen van 2018 mag Berlusconi geen lijsttrekker zijn. In dat jaar verdringt Matteo Salvini, leider van nationalistisch-populistische partij Lega, Berlusconi als leider van de grootste partij in het rechtse blok. Berlusconi moet dan tweede viool spelen, en vindt zichzelf, als tachtiger, opnieuw uit als de man die probeert het rauwe populisme van Salvini in toom te houden.
Ook als Giorgia Meloni in september 2022 de verkiezingen wint, moet Berlusconi zich schikken. Hij meet zich de rol aan van de wijze vader die de jeugd in het gareel wil houden. Maar hij is dan al ziek. Zijn aanhang is verder geslonken, hij kan de ruzies binnen zijn partij nauwelijks meer in bedwang houden. Uit alles blijkt dat zijn rol vrijwel is uitgespeeld.
Seksfeestjes
Nog vóór die definitieve veroordeling in 2013 zijn er een paar rechtszaken die zijn prestige op een heel andere manier aantasten. Berlusconi wordt ervan beschuldigd jonge vrouwen, vaak met ambitie iets op te tv te doen, te hebben aangezet tot prostitutie. Er is een hele groep jonge vrouwen die regelmatig deelnam aan de „elegante diners’’ die Berlusconi voor zijn vrienden organiseerde. Volgens justitie en veel media waren dit simpelweg seksfeesten waarvoor de vrouwen goed werden betaald, met geld, woningen en baantjes.
De soms ranzige details die uitlekken van deze ‘bunga-bunga’-avonden, brengen Berlusconi meer imagoschade toe dan de onderzoeken wegens omkoping van rechters of miljoenenfraude. Dat hij in 2010 als premier de minderjarige ‘Ruby Hartendief’, aangehouden wegens diefstal, probeert vrij te krijgen door de politie te bellen en te beweren dat zij een nichtje is van de Egyptische machthebber Mubarak, vergroot het gevoel dat in Italië op het allerhoogste niveau de aloude klucht van rijke oude mannen en mooie jonge vrouwen is opgevoerd.
Toen zijn tweede vrouw in 2009 echtscheiding aanvroeg na een ander schandaal met een minderjarig meisje, schreef ze aan de krant la Repubblica: „Ik heb geprobeerd mijn man te helpen, ik heb de mensen rondom hem gesmeekt dat ook te doen, zoals ze doen bij iemand met wie het niet goed gaat. Het was allemaal nutteloos.’’
Een vraag: Als er een vergelijking zou worden gemaakt tussen de christen-democratische jaren van wederopbouw en groei en de Berlusconi-jaren van welvaart, gaat de beker dan naar Berlusconi of naar De Gasperi-Fanfani-Aldo Modo?
Een dubbel antwoord: de christen-democraten hebben in de eerste twee decennia na de oorlog hard gewerkt aan de wederopbouw, maar daarna werden, vooral onder regie van Fanfani, de staatsbedrijven steeds meer ook gebruikt om mensen aan het werk te houden en zo stemmen te behouden, en om (corruptie) geld binnen te harken. Berlusconi en groei? Allemaal retoriek. In de jaren negentig heeft Italië vooral hard bezuinigd – om mee te kunnen doen met de euro. En in de twee langere regeerperiodes van Berlusconi (2001-6 en 2008-11) is Italië vrijwel niet gegroeid. Vergeet niet dat Berlusconi in 2011 moest aftreden omdat de financiële markten geen vertrouwen meer hadden in zijn beleid.
Dus, als er toch een beker moet zijn: met lichte tegenzin gaat die naar de christen-democraten. Die hadden in ieder geval meer het algemeen belang van Italië op het oog dan Berlusconi.
Beste Marc, ik ben al meer dan 30 jaar je fan! Van 1988 tot 2012 woonde ik in Italië en ik las altijd trouw je artikelen wanneer ze verschenen in de NRC Weekeditie of als mijn moeder ze op de post deed als krantenknipsels. Vooral in mijn eerste ‘Italiaanse jaren’ was ik daar erg blij mee, omdat ik toen nog niet altijd veel wijzer werd van de schreeuwerige Italiaanse kranten.
Ook nu ben ik weer onder de indruk van je scherpe en volledige artikel over ‘Mister B’. Tjee, wat een hekel heb ik aan die man gehad! Omdat ik eigenlijk nooit dacht dat ik ooit nog naar Nederland zou terugkeren (maar soms lopen de zaken anders dan verwacht), was ik in mijn Italiaanse leven net zoals zoveel andere Italianen ontzettend gefrustreerd over de manier waarop Berlusconi steeds weer loopjes nam met de wet, en daar ook steeds opnieuw mee wegkwam.
Je schrijft terecht dat Berlusconi de politiek in ging omdat zijn politieke vangnet na Mani pulite was weggevallen. Dat politieke vangnet (hij was lid van de Loggia P2) is altijd een beetje onderbelicht gebleven in dat verhaal van de ‘selfmade man’.
In de afgelopen weken is bekend geworden dat Berlusconi aan zijn schimmige zakencompagnon Marcello dell’Utri een miljoenenerfenis heeft nagelaten. Voormalig maffia-onderzoeksrechter Luigi De Magistris becommentarieerde dat met de woorden ‘Dood boezemt hij meer angst in dan levend’.
En nu ben ik zo benieuwd… Hoe zie jij dit?
Hartelijke groet!
Je hebt vermoedens en feiten.
Feit is dat Marcello Dell’Utri zijn hele leven lang een boezemvriend is geweest van Berlusconi, en dat Berlusconi altijd heel royaal is geweest voor zijn naaste vrienden. Dell’Utri krijgt volgens het testament dertig miljoen euro
Voor zover bekend is geworden is ook een feit dat twee andere boezemvrienden, Adriano Galliani en Gianni Letta, niet zo ruimhartig met miljoenen zijn bedeeld in Berlusconi’s testament.
Feit is ook dat Dell’Utri in 2014 is veroordeeld tot zeven jaar omdat hij is opgetreden als bemiddelaar tussen Berlusconi en een maffioso die voor Berlusconi heeft gewerkt op zijn landgoed. Hij heeft vier jaar in de cel gezeten en een jaar in huisarrest.
Feit is dat Dell’Utri in 2018 in eerste graad is veroordeeld omdat hij maffiabestrijders onder druk zou hebben gezet. Deze veroordeling is in hoger beroep en in cassatie ongedaan gemaakt.
Feit is dat Dell’Utri na het nieuws over het testament heeft gezegd dat hij dit absoluut niet had verwacht, dat dit een daad van vriendschap en liefde is van Berlusconi, en dat wie suggereert dat Berlusconi ervoor heeft willen zorgen dat Dell’Utri zijn mond houdt, een haatzaaier is.
Hussel al deze feiten door elkaar en je krijgt onvermijdelijk bepaalde vermoedens.